Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde

Literair tijdschrift, uitgegeven door De Beuk van 1953 tot en met 1955

Een bijdrage van Menno Voskuil

Iedere zichzelf respecterende uitgeverij heeft wel één of meerdere literaire tijdschriften in zijn fonds zitten. In een literair tijdschrift kan de uitgeverij zijn auteurs onder de aandacht brengen en jong talent een kans geven te publiceren. Ook gebruikt men een literair tijdschrift vaak om er een artistiek programma in te presenteren, de visie van de redactie (en vaak ook van de uitgeverij) op de literatuur.

Toen Wim J. Simons, Johan Polak en Frits Knuf in 1953 de literaire uitgeverij De Beuk oprichtten, wilden zij ook een eigen literair tijdschrift uitgeven. Dit werd het Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde, met in de redactie naast Simons en Polak onder andere dichter Martin Veltman en filosoof J.F Staal. In de eerste aflevering van het tijdschrift legt de redactie uit wat hen nu eigenlijk motiveerde om een nieuw literair tijdschrift te starten:

De lezer wordt bij dezen een tijdschrift gepresenteerd dat er eerder was dan het geluid dat hij er in horen kan. De redactie werd geformeerd omdat een van ons vertrouwen had in de verbale capaciteiten van ondergetekenden. Wij werden voor een avond uit onze studie of andere libraire bezigheden gehaald en wij hebben toen schromend gezocht naar het uitgangspunt van onze literaire aspiraties. (…) Wij hebben derhalve ernstig bezwaar tegen die moderne stromingen die een vat vol nieuws lanceren op grond van een druppel kennis van zaken omtrent het laakbare oude.

Het Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde keerde zich dus tegen de literaire tijdschriften die radicaal wilden breken met het verleden. De redactie koos ervoor om naast nieuw literair werk veel aandacht te besteden aan schrijvers uit het (nabije) verleden. De persoonlijke smaak van de redactieleden zou een belangrijke factor vormen bij de keuze welke stukken op te nemen en welke niet.

In de eerste drie afleveringen van het tijdschrift, die maandelijks verschenen, kwamen de interesses van de verschillende redactieleden dan ook veelvuldig aan bod: classicus Johan Polak schreef over de door hem zo geliefde dichterJ.H. Leopold, Staal wijdde een artikel aan een geleerde Soefi uit de twaalfde eeuw en Martin Veltman publiceerde een aantal van zijn eigen gedichten in het tijdschrift. Ook werd het verhaal Drie vrije mannen van de jonge dichter Remco Campert opgenomen.

Na drie nummers liet de uitgeverij de volgende mededeling opnemen in het tijdschrift:

Nu na het verschijnen van de eerste drie nummers van het Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde ons is gebleken, dat dit tijdschrift zowel artistiek als commercieel levensvatbaar is, aarzelen wij niet met de verdere uitgave hiervan voor te gaan.

Wel veranderde de frequentie van het blad: van een maandelijks tijdschrift werd het vanaf maart 1954 een tweemaandelijkse uitgave. De redactie ging op oude voet verder. Literair- wetenschappelijke artikelen werden afgewisseld met gedichten en proza. Ook verscheen er geregeld een literaire vertaling in het Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde. Zo publiceerde Blanken, G.H. er enkele van zijn Kafavis-translaties in en vertaalde Jessica Mees het verhaal Andermans Ongeluk van Anton Tsjechov.

Toen op 10 april 1954 de dichter P.N. van Eyck overleed besloten twee van de eigenaren van uitgeverij De Beuk, Johan Polak en Wim Simons, een aflevering van het tijdschrift te wijden aan zijn heengaan. Dit was tegen de zin in van de overige redactieleden, en zodoende werd het nummer In Memoriam P.N. van Eyck uitgebracht onder de slechts tweekoppige redactie van Polak en Simons. Wel droeg een aantal redactieleden stukken bij aan dit lijvige herdenkingsnummer.

Deze redactiecrisis luidde het einde in voor het Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde. Na de aan P.N. van Eyck gewijde aflevering zou er nog één nummer van het tijdschrift verschijnen. In het voorwoord, getiteld Een vaarwel tot de lezer, schreven Polak en Simons:

Ons tijdschrift werd in het leven geroepen om, zonder het allengs tot gewoonte wordend schelden, niettemin te protesteren tegen de duidelijke uitingen van morele neergang en letterkundig verval, aanwijsbaar in de verschijning van een toenemend aantal persoonlijke pamfletten en talloze bundels experimentele stameltaal. (…) Het is echter gebleken dat wij beter door serie-uitgaven in De Beuk, dan door een eigen tijdschrift tegen de stroom op kunnen roeien.

Zo kwam er een einde aan een literair tijdschrift dat weliswaar slechts twee jaar bestond, maar toch een duidelijk eigen stempel op de hedendaagse literatuur wilde zetten, juist door terug te blikken naar het literaire verleden. Niet alleen de wegen van de redactieleden scheidden zich, ook de eigenaren van uitgeverij De Beuk gingen huns weegs: Frits Knuf begon een antiquariaat, Johan Polak stichtte uitgeverij Pokak & Van Gennep (later Athenaeum – Polak & Van Gennep) en Wim Simons bleef tot aan zijn dood in 2005 betrokken bij ‘zijn’ uitgeverij De Beuk.

Literatuur:
Siem Bakker, Literaire tijdschriften. Van 1885 tot heden. (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1985).

Kuitert, Lisa, Het uiterlijk behang. Reeksen in de Nederlandse literatuur . (Amsterdam, De Bezige Bij, 1997).

Per jaargang van Amsterdams Tijdschrift voor Letterkunde staan hieronder de belangrijkste auteurs en hun bijdragen aan het tijdschrift weergegeven. De cijfers achter het artikel verwijzen naar de paginanummers. De aflevering In Memoriam P.N. van Eyck staat apart beschreven.

Jaargang 1

Campert, Remco
- Drie vrije mannen (54-62)

Eyl, H.R.
- De kwadratuur van de twijfel 1 (3-9)

Goldberg, Lea
- Verzen (47-53)

Hattum, Jac. van
- De Boer (95)

Mallarmé, Stéphane
- Britse marine (gedicht) (71-72)

Polak, Johan
- Over de Tusschenspelen van P.C. Boutens (82-87)

Polak, Joan en J.F. Staal
- Mijn hart neemt velerlei gestalten aan 1 (30-38)
- Mijn hart neemt velerlei gestalten aan 2 (73-81)
- Mijn hart neemt velerlei gestalten aan 3 (120-128)

Rijser, P.G.
- De Sphinx en koning Oedipus (39-42)

Simons, Wim J.
- Gedroomd paardrijden (43-46)
- Kroniek der poëzie (129-137)

Veltman, Martin
- Verzen (10-14)
- Bij het monument op de Afsluitdijk (gedicht) (94)

Witstein, S.F.
- De schuld (15-26)
- Air Sylphide (96-99)

Jaargang 2

Blanken, G.H.
- K.P. Kavafis (159-165)

Brandt, Willem
- Verzen (151-153)

Campert, Remco
- Verzen (55-62)

Eyl, H.R.
- De strijd om de vorm (69-72)
- Onnet Homme (91-93)
- De kwadratuur van de twijfel 3 (97-101)

Fokkema, D.
- Eflógite Aftí (gedicht) (169)

Gerits, Anton
- De zere hand (109-112)
- De spijbelaar (154-158)

Gossaert, Geerten
- Bij de herdenking van P.N. van Eyck (147-150)

Grazell, K.N.L.
- Proloog voor Tisah (gedicht) (28-29)

Leeuwen, W.L.N.E.
- ‘Der Vigoleis’ komt op bezoek (189-192)

Leiker, Sjoerd
- Het drama van de enkeling (30-34)

Nijland-Verwey, Mea
- Een letterkundige familie en het Noorden 1 (78-85)
- Een letterkundige familie en het Noorden 2 (124-137)

Polak, Johan
- Nogmaals inzicht en uitzicht (50-54)

Polak, Joan en J.F. Staal
- Mijn hart neemt velerlei gestalten aan 4 (35-36)
- Mijn hart neemt velerlei gestalten aan 5 (166-168)

Rijser, P.G.
- De moraal van een orakelspreuk (37-40)
- Barnsteen van gehalte (86-90)

Simons, Wim J.
- Een nieuw Carthago (117-123)
- Kroniek der poëzie (138-143)

Staal, J.F.
- Over het cyclische en rechtlijnige tijdsbegrip (170-188)

Tsjechov, Anton
- Andermans ongeluk (73-77)

Veltman, Martin
- Verzen (7-14)

Vinkenoog, Simon
- Brief aan de redactie (41-45)

Witstein, S.F.
- Het uur van Achabisa (15-27)
- Vestdijk en de Januskop (113-116)


In Memoriam P.N. van Eyck:


Duinkerken, Anton van
- De intree-rede van P.N. van Eyck (38-43)

Fokkema, D.
- Aan de nagedachtenis van P.N. van Eyck (gedicht) (90)

Hattum, Jac van
- In memoriam P.N. van Eyck (gedicht) (28)

Knuvelder, G.
- Van Eyck als essayist (87-90)

Leeuwen, W.L.N.E.
- Deugd, geluk en dichterschap (44-49)

Mallarmé, Stéphane
- Herodias (5-10)

Meeuwesse, Karel
- Over Van Eycks opvatting van het dichterschap (80-86)

Minderaa, P.
- In memoriam P.N. van Eyck (11-18)

Nijland-Verwey, Mea
- Pieter Nicolaas van Eyck in zijn betrekkingen tot Albert Verwey (29-35)

Schaaf, Nine van der
- Herdenking (36-37)

Stols, A.A.M.
- In memoriam P.N. van Eyck (91-92)

Veltman, Martin
- In memoriam P.N. van Eyck (gedicht) (2)

Vries, Hendrik de
- P.N. van Eyck (50-64)