Mijn God, maak mij het sterven licht-
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
als 'k voor de loopen sta.
Jan Campert (1902-1943), vader van Remco Campert. Schrijver en dichter. Leefde een ongeregeld bestaan en was onder meer getrouwd met Clara Eggink. Ook leefde hij een tijd met Willy Corsari. Nu vooral bekend door Het lied der achttien dooden (zie citaat hierboven), dat hij in 1941 schreef naar aanleiding van de executie van verzetslieden en Februaristakers
Verzet
Aan het begin van de oorlog heeft Campert waarschijnlijk nog geregeld werk voor de bezetter gedaan (o.m. neutrale publicaties in foute bladen), later werd hij echt betrokken bij het verzet. Hij werd in 1942 gearresteerd toen hij een joodse man naar België probeerde te smokkelen. Stierf na gevangenschap in St. Michielsgestel en Amersfoort uiteindelijk in Neuengamme. Na de oorlog werd de Jan Camperstichting opgericht door de gemeente Den Haag. Zij dient als 'blijvende herdenking aan de strijd der Nederlandse letterkundigen in de jaren 1940- 1945'. Deze stichting is ook bekend door de prijzen die zij uitreikt, o.a. de Constantijn Huygensprijs en de Jan Campertprijs.
Omstreden
In 2005 verscheen in het NRC een artikel waarin Jan Campert van verraad in Neuengamme werd beschuldigd. Campert zou hiervoor zelfs door medegevangenen zijn vermoord. De vraag kwam naar voren of het beroemde gedicht over de achttien doden nog wel geloofwaardig kon zijn. Remco Campert betoogde dat het gedicht onschuldig was. Men vroeg zich ook af, of de Jan Campertstichting niet van naam zou moeten veranderen. Een onderzoek van de gemeente Den Haag toonde echter aan dat er geen enkel bewijs was voor verraad door Campert, noch dat hij vermoord zou zijn door medegevangenen. De stichting behield haar naam, Campert werd gerehabiliteerd.
Korte typering werk
Campert schreef enkele detectiveromans, meestal in samenwerking met anderen. Zo is daar Het Chineesche mysterie (1932), geschreven met Ben van Eysselsteyn, en Klokslag Twaalf (1933), met Willy Corsari. Verder romans als Wier (1935), in 1961 bewerkt door zoon Remco, en de novelle Deez kleine hand, in het boekenweekgeschenk Drie novellen (1940). Zijn poëzie ontwikkelde zich van te veel navolging van voorbeelden tot een meer eigen stijl, die in Sonnetten voor Cynara (1942, postuum verschenen in 1945) een hoogtepunt vindt.
Oeuvre
Zijn poëzie kenmerkt zich door een afkeer van tirannie en een liefde voor Nederland en Oranje. Camperts prozawerk is eenvoudig, openhartig en niet belerend.
Links
De jan Campert Stichting
Het rapport van de gemeente Den Haag
Bibliografie Jan Campert
1922
Refereinen. Verzen (Samen met Henne Scholte). Amsterdam, Van Kampen.
1925
Verzen. Maastricht, zonder uitgever (Oplage 250 genummerde exemplaren).
1927
De bron. Verzen van ... Bussum, A.A.M. Stols (Trajectum ad Mosam, 19. Oplage van 200 genummerde exemplaren).
1928
Het verliefde lied en andere verzen. Maastricht, A.A.M. Stols (Oplage van 315 exemplaren).
1929 Willem Kloos 1859-6 mei-1929.
Willem Kloos en wij. Een teruggang? (Samen met: Coenraad Alfred Augustus Haighton en Khouw Bian Tie). Zonder uitgver, zonder jaar.
1932
Het Chineesche mysterie. 'n Nederlandsche detective-roman (Samen met: Ben van Eysselsteyn). Amsterdam, Strengholt.
1933
Klokslag twaalf (Samen met Willy Corsari). 's-Gravenhage, Leopold.
1934
Die in het donker ... 's-Gravenhage, Leopold.
1934
Tien jaar vaste bespeler van den Koninklijken Schouwburg, Den Haag. "s-Gravenhafe, zonder uitgeve.
1935
Wier. Den Haag, Leopold. In 1974 als Kerend getij uit gegeven door Amsterdam boek.
1936
Verwilderd landschap. Gedichten. 's-Gravenhage, Leopold.
1940 Drie novellen. De getuige. Deez' kleine hand.
Onweer (samen met: Egbert Eewijck en M. Vasalis. Amsterdam, Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels (Boekenwekgeschenk).
1940
Vijf jaren zomerzegels 1935-1939. Een opwekkend relaas. 's-Gravenhage, zonder uitgever.
1941
Huis en herberg. Gedichten. Rijswijk, Stols.
1941
Slordig beheer. 's-Gravenhage, Leopold.
1942
Sonnetten voor Cynara. 's-Gravenhage, Stols (Oplage van 500 exemplaren) Derde druk in 1945 met het sonnet Rebel, mijn hart toegevoegd.
1943
De achttien doden. Utrecht, De Bezige Bij.
1944
Vier jaar ... (Samen met anderen). Noordwijk, Buijze (Oplage van 515 exemplaren).
1947
Verzamelde gedichten, 1922-1943. 's-Gravenhage, Stols.
1948
De achttien dooden. Ballade voor orkest en spreekstem (muziek van Harrend Vlag). Amsterdam, Donemus.
1953 De achttien doden. Voor declamatie, viola e pianoforte (muziek van Moss Wolff). Amsterdam, Donemus.
1960
Het lied der achttien doden, kinderkoor (Hertaling door Hans M. Scheifes). In:
Ons vrije vaderland. Rotterdam, De Heer.
1961
Wie weet slaag ik in de dood. Een keuze uit zijn gedichten gemaakt door Remco Campert en ingeleid door Clara Eggink. Den Haag, Bakker/Daamen.
1978 Het lied der achttien dooden = The song of the eighteen dead. Haarlem, Carlinapers (Oplage 30 genummerde exemplaren).
1985
Het onontkoombaar lied. Gedichten van Jan Campert uit de periode 1933-1942 / Jan Campert. Aangevuld met een herdenkingsvers van Remco Campert en van een nawoord voorzien door Harry Scholten. Amsterdam, De Bezige Bij.
1994
De Cynara-sonnetten van Jan Campert Redactie en samenstelling Marijke Stapert-Eggen. Amsterdam, LM.
1995
Arnhemse elegieën. Voor zang en piano (met anderen). Amsterdam, Donemus.
19?? Twee sonnetten.
Rebel. Mijn hart. Voor mezzo-sopraan of bariton en piano. Muziek van Marius Flothuis. Zonder plaats, zonder uitgever.
2003
Den luiden lach. Amsterdam, 2003.
2004
Dat ik van binnen brand. Een keuze uit de gedichten. Samenstelling en nawoord Hans Renders. Amsterdam, De Bezige Bij.
Over Jan Campert
2004 Hans Renders: Wie weet slaag ik in de dood. Biografie van Jan Campert. Amsterdam, De Bezige Bij.