Charivarius - biografie en bibliografie

Vurig ijveraar voor correct taalgebruik

portret Charivarius Pseudoniem van Gerard Nolst Trenité, Nederlands letterkundige, anglist en taalcriticus. Onder zijn eigen naam schreef hij ook schoolboeken, maar voor ons staat nu centraal wat hij onder het pseudoniem Charivarius (= kabaal) schreef.
Onder die naam verwierf hij zijn grootste bekendheid, als columnist voor de Groene Amsterdammer. In deze krant had hij een taalrubriek, waarin hij allerlei misstanden of eigenaardigheden in de taal besprak en niet zelden van treffende benamingen voorzag. Nog steeds bekende voorbeelden zijn: ‘een tante betje’ (stijlfout) of een hijgstijl (= veel opeenvolgende korte zinnen). Ook ging Charivarius vurig tekeer tegen germanismen. Een deel van zijn columns zijn gebundeld in Charivaria (1913-1916). Het is niet ondenkbaar dat het Genootschap Onze Taal mede door de invloed van Charivarius’ stukjes is opgericht.

Niet iedereen was blij met deze taalpurist. Gerlach Royen, een taalkundige professor schreef: "Taaldilettanten die aan zinnen als: "Een menigte mensen waren op de been", menen te moeten dokteren – zulke taaldokters lopen er bij bosjes rond – die taalprutsers hebben er geen flauw besef van, dat de spraakmakende gemeente zonder spraakkunst veel fijnere taalschakeringen kent, dan die welke schoolmeesters aan grammatizerende logika toetsen. Van Charivariussen en konsorten verlos ons Heer!"
Hieronder een citaat uit Is dat goed Nederlands?. Aan u om uit te maken wat mooier Nederlands is.

XVII. Stoplappen en modetermen

Met stoplappen bedoel ik algemene termen, in de plaats gesteld van bijzondere die de gedachte in afwisselende vorm en veelal juister uitdrukken. Het dodelijke gebruik van stoplappen is misschien de meest verbreide fout van de hedendaagse kranten- en brievenstijl; ik noem het dodelijk omdat het aan de taal alle leven ontneemt. De oorzaak is gemakzucht, het gevolg eentonigheid. Tal van geschikte uitdrukkingen die afwisseling en kleur aan de stijl zouden verlenen, geraken in onbruik en de taal verarmt. Men gunt zich niet de tijd de juiste, passende uitdrukking te kiezen en plaatst plompverloren de stoplap. Onderwijs wordt gegeven, het examen wordt afgelegd (afgenomen), een verdrag gesloten, een vergadering gehouden, een slag geleverd, een wijziging aangebracht, een gesprek gevoerd, de brand is uitgebroken, de moord is gepleegd, maar het kost enige moeite dit te bedenken, dus - het onderwijs vindt plaats, het examen heeft plaats, het verdrag vond plaats, de vergadering zal plaats hebben, de slag heeft plaats gehad, de wijziging had plaats, het gesprek had plaats, de brand heeft plaats gehad, en ook de moord heeft plaats gehad.

Behoeft het betoog dat dit euvel de taal verarmt? Al die onderscheiden synonieme termen worden verdrongen door de stoplap; de taal wordt eenvormig, saai, karakterloos en zo onpersoonlijk dat het naar de stijl te oordelen is alsof alle artikelen over alle onderwerpen in alle bladen alle dagen geschreven worden door één persoon.
Vermijd de stoplap en kies een ander woord uit de grote schat van synoniemen die onze rijke taal u biedt. Nu u dit kort levensverhaal over Charivarius op de Antiqbook website leest is het aardig te melden dat hij zich ook druk maakte om over het uitlenen van boeken. In zijn Ruize-rijmen heeft hij een vers opgenomen dat de leners uitfoetert. Het Leenrijm eindigt als volgt:

Lieve lezer . . . . . . hm, ja, heb je
Me gekocht, dan ben je “lief”,
Maar wanneer je me te leen hebt,
En je leest me -- dan ben je een dief!

Wij zijn niet benieuwd naar wat hij van de tweedehands boekenmarkt gevonden zou hebben.

Naast zijn taalrubrieken schreef hij veel spotrijmen, gebundeld in de bekende Ruize-rijmen (1914-1917). Soms doen deze denken aan het werk van de kleinkunstenaar Clinge Doorenbos.
Overigens nam hij ook wel literaire meesterwerken op de hak, zoals Don Quichotte (1925). Verder schreef Charivarius veel voor het amateurtoneel, bijvoorbeeld De appel van Eris (1935).

Een jaar na de Bevrijding overleed deze veelzijdige schrijver op 76-jarige leeftijd.

Bibliografie Charivarius

18?? Hoezee (Het lied van de bootwerker). Haarlem, Tjeenk Willink
18?? In den gulden riddertijd. Haarlem, Tjeenk Willink
1911 Het nieuwe systeem. Spel van de school in 3 bedrijven. Haarlem: Tjeenk Willink
1913 Charivari. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf
1913 De storm. (Shakespeare's Tempest). Losbandig bewerkt in 5 bedrijven met proloog en coupletten. Haarlem, Tjeenk Willink
1914 Ruize-rijmen Deel I. Amsterdam, zonder uitgever
1915 Charivaria. 2e bundel. Haarlem, Tjeenk Willink
1915 Ruize-rijmen Deel II. Amsterdam, zonder uitgever
1915 Zaïre. Vrij bewerkt naar Voltaire. Haarlem, Tjeenk Willink
1916 Charivaria. 3e bundel. Haarlem, Tjeenk Willink
1916 Ruize-rijmen Deel III. Amsterdam, zonder uitgever
1917 Ruize-rijmen Deel IV. Amsterdam, zonder uitgever
1919 Hoe het weeuwtje uit het Hof van Holland gevrijd werd. Tooneelschets in vier tafereelen naar de novelle van Potgieter vrij bewerkt. Haarlem, Tjeenk Willink
1920 De armband. Haarlem, Tjeenk Willink
1922 Pak-idylle. Klucht in één bedrijf. Vrij bewerkt naar het Engels van Grattan. Den Haag: zonder uitgever
1923 Rondom de kroningslinde. Nationaal tafereel in één bedrijf (Naar aanleiding van het regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina). Amsterdam, De Amsterdammer
1925 De roemruchte bedrijven van Ridder Don Quixote de la Mancha. Haarlem, Tjeen Willink
1925 Het scheepsjournaal van de Ark (Samen met: J.L. Gordon en A.J. Fruenoach). Amsterdam, P.N. Van Kampen
1926 Drie oorspronkelijke éénspelbedrijven (Een droom. De schim of het rose japonnetje. De echtelieden). Haarlem, Tjeenk Willink
1926 Herscheppingen. Vrij naar Ovidius. Haarlem, Tjeenk Willink
1926 Onze evendieren. Karakterstudies. Met ruize-rijmen van Charivarius. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf
1927 De geschiedenis des vaderlands Deel 1:. Tot den dood van Karel V. Haarlem, Tjeenk Willink
1929 De geschiedenis des vaderlands Deel II: Het voorspel van den Tachtigjarigen oorlog. Haarlem, Tjeenk Willink
1930 Klusjes en kliekjes naar Schopenhauer. Haarlem, Tjeenk Willink
1932 Godengesprekken naar Lucianus. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink
1933 Het vroolijke heelal. Zijnde eene blijmoedige verhandeling rakende den cosmos. Voor Amelia, padvindster. Vrij naar het buitenlandsch van Richard Dark door Charivarius. Vercierd met wel honderd en vijftig prentverbeeldingen. Leiden, Leidsche Uitgeversmaatschappij
1934 Het einde van Socrates. Haarlem, Tjeenk Willink
1935 De appel van Eris. Mythologische klucht in een bedrijf. Haarlem, Tjeenk Willink
1935 Odysseus. Haarlem, Tjeenk Willink
1938 Esmoreit, een abel spell. Vertaald uit het Middelnederlands. Haarlem, Tjeenk Willink
1940 Is dat goed Nederlands?. Amsterdam, De Spieghel. 10de herziene en uitgebreide druk in 1953
1942 De slimheidskampioen. Oud-Egyptisch dievenverhaal naar Herodotus. Amsterdam, De Spieghel
1945 Een ander woord. Nederlandse synoniemen en zinverwante woorden. 's-Gravenhage, Van Goor. 2e vermeerderrde druk in 1950
1986 Rid- en runders en andere verzen. Samengesteld en toegeleid door Robert-Henk Zuidinga. Met een inleiding van Kees Stip. Amsterdam, Sijthoff

Schoolboeken van Charivarius

1906 The Nutshell. Shortest English grammar. Haarlem, Tjeenk Willink
1908 First pictorial wordbook (illustrations). Haarlem, Tjeenk Willink
1908 First pictorial wordbook (exercises). Haarlem, Tjeenk Willink
1908 Guck, so weisst du's. Bilder, Wörter und Sätze. Haarlem, Tjeenk Willink
1909 Drop your foreign accent. Vocal gymnastics. Haarlem, Tjeenk Willink
1909 Je vois tout.. Images, mots et exercices. Méthode directe pour la langue française. Haarlem, Tjeenk Willink
1932 Vedere è imparare. Incisioni, vocabolario ed esercizi. Haarlem, Tjeenk Willink