Vrije Bladen

Vrije Bladen

Vrije Bladen

Vrije Bladen

Vrije Bladen

Vrije Bladen

Vrije Bladen

Vrije Bladen

De Vrije Bladen

Reeks uitgegeven tussen 1932 en 1950 door diverse uitgevers

Een bijdrage van Menno Voskuil

Voordat De Vrije Bladen in 1932 werd omgedoopt tot een cahierreeks met per aflevering een volledige dichtbundel, essay of novelle, verscheen het als regulier tijdschrift. Voortgekomen uitHet Getij (dat tussen 1916 en 1924 werd uitgegeven) zag het eerste nummer van De Vrije Bladen in 1924 het licht bij de uitgever S.L. van Looy te Amsterdam.
In dat jaar telde het slechts 34 abonnees.

In het tijdschrift vonden vooral jonge schrijvers, wars van stromingen en ideologieën, een plek om hun gedichten en proza te publiceren. Zo verschenen er diverse gedichten van Slauerhoff en Marsman in De Vrije Bladen, en stond Menno ter Braak regelmatig een essay af aan het tijdschrift.

Na twee jaar verhuisde het tijdschrift van Van Looy naar uitgeverij Em. Querido, die het na één jaar alweer van de hand deed: er waren in 1927 dan ook nog maar 101 lezers geabonneerd op het blad. Toch zag het Amsterdamse uitgeversbedrijf De Spieghel toekomst in De Vrije Bladen en gaf het vanaf 1928 uit. Na enkele jaren besloot men echter (mede door het uiteenvallen van de redactie) te stoppen met het tijdschrift en verder te gaan als cahierreeks onder dezelfde naam.

Maandelijks verscheen er nu een cahier met daarin een essay, novelle of dichtbundel. In de eerste reeks werden, naast onder meer een essay van ontwerper en architect Gerrit Rietveld en een bundel gedichten van Hendrik de Vries, de literaire debuten van Simon Vestdijk (poëzie) en Beb Vuyk (proza) opgenomen. Nog steeds gaf De Vrije Bladen volop de ruimte aan jonge schrijvers om hun werk te publiceren.

Ook in de jaargangen 1933 en 1934 verscheen werk van jonge dichters en schrijvers als Clara Eggink, Han G. Hoekstra en Jan Engelman, maar ook een reeds gevestigde naam als Jan Greshoff liet in de reeks een essay van zijn hand opnemen, over de kunstenaar Jozef Cantré. Simon Vestdijk publiceerde in 1933 zijn prozadebuut in De Vrije Bladen, de novelle De oubliette.

In 1935 kreeg de reeks weer een nieuwe uitgever, ditmaal de Hilversumse uitgeverij Rozenbeek en Venemans. Het redactiebeleid bleef echter ongewijzigd: bekende namen als F. Bordewijk en E. du Perron werden afgewisseld met literaire debutanten. Een belangrijk wapenfeit in de ‘Hilversumse periode’ van de reeks was het poëziedebuut van de jonge journalist Ed. Hoornik.

Eduard Hoornik werd in 1910 in Den Haag geboren, en begon op zijn negentiende te schrijven voor het weekblad De Tijd. Na zijn literaire debuut in De Vrije Bladen publiceerde Hoornik nog enkele dichtbundels maar met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stokte zijn productie. Hij weigerde mee te werken aan de censuur die de Duitse bezetter had ingesteld en werd uiteindelijk gearresteerd (op het feest ter gelegenheid van het verschijnen van zijn illegaal gepubliceerde bundel Tweespalt) en weggevoerd naar concentratiekamp Dachau.

Hij overleefde deze hel op aarde en de ervaringen die hij in het kamp opdeed zouden het belangrijkste thema van zijn poëzie worden. Naast poëzie schreef hij nog diverse romans, toneelstukken en een groot aantal essays. Hij trouwde met schrijfster Mies Bouhuys (die over haar leven met Hoornik het autobiografische boek Het is maar tien uur sporen naar Berlijn schreef) en overleed in 1970. Tussen 1972 en 1979 verscheen zijn vierdelig Verzameld Werk, bezorgd door letterkundige K. Lekkerkerker.

De Vrije Bladen werd in 1937 van Rozenbeek en Venemans overgenomen door uitgeverij Leopold in Den Haag. De reeks had zijn plek in Nederlandse literatuur wel verdiend, getuige de belangrijke studies die als cahier verschenen. Menno ter Braak publiceerde er zijn essay over Multatuli, maar ook de door Constant van Wessem bezorgde herinneringen van Slauerhoff en de briefwisseling tussen Jacques Perk en Joanna C. Blancke zagen het licht in De Vrije Bladen.

Na zes cahiers werd de reeks in 1940 gestaakt, voor een belangrijk deel te wijten aan de bezetting van Nederland door de Duitsers. Een jaar na de bevrijding nam de Haagse uitgeverij Stols het stokje van Leopold over en ging vol goede moed verder met De Vrije Bladen. Na een jaar verhuisde de reeks echter alweer naar een andere uitgeverij, ditmaal naar de zojuist voor zichzelf begonnen G.A. van Oorschot.

Bij deze uitgeverij hield de reeks het nog achttien afleveringen vol, maar in 1950 verdween het definitief uit de Nederlandse literatuur. Toch verschenen er in de laatste jaargang nog twee klassiek geworden titels in de reeks: Werther Nieland van G.K. van het Reve en Het innerlijk behang van Hans Lodeizen.

Gerard (Kornelis van het) Reve had al enige bekendheid gekregen met zijn roman De Avonden uit 1947 en kreeg voor zijn novelle Werther Nieland een plek aangeboden in De Vrije Bladen. De oplage van 750 exemplaren verkocht maar mondjesmaat: jaren later kon het boekje nog gewoon bij de uitgever worden besteld. Toch wordt de novelle vandaag de dag gezien als een moderne klassieker en is het niet meer weg te denken uit de moderne literatuur.

Dit geldt voor het poëziedebuut van Hans Lodeizen. Deze jonge dichter wordt wel gezien als de Jacques Perk van de Vijftigers, de groep dichters waartoe ook Lucebert, Gerrit Kouwenaar en Remco Campert behoorden. Net als Perk stierf Hans Lodeizen op jonge leeftijd, met slechts één publicatie op zijn naam. Het innerlijk behang verscheen in maart 1950 (de uitgave vermeldt abusievelijk 1949 als publicatiejaar), enkele maanden voor het overlijden van Lodeizen.

De dood van Lodeizen viel ironisch genoeg samen met het definitieve einde van De Vrije Bladen. Na achttien jaar viel in 1950 het doek voor deze bijzondere literaire reeks. Er stond helaas geen nieuwe uitgever klaar om de noodlijdende cahierreeks van Van Oorschot over te nemen. Ondanks de steeds wisselende uitgevers bleef de reeks trouw aan zijn beginselen: het bieden van een plek aan jonge schrijvers en dichters, van Simon Vestdijk tot Hans Lodeizen.<

Literatuur:
Bakker, Siem, Literaire tijdschriften. Van 1885 tot heden. (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1985).

Kuitert, Lisa,Het uiterlijk behang. Reeksen in de Nederlandse literatuur. (Amsterdam, De Bezige Bij, 1997).

De Vrije Bladen:

1932 - Uitgeverij De Spieghel, Amsterdam

1. Beb Vuyk -Vele namen
2. Halbo C. Kool -Scherven
3. Gerard Walschap -Jan Frans Cantré
4/5. Matthijs Vermeulen -Met eene grondtoon
6. Simon Vestdijk -Verzen
7. Gerrit Rietveld -Nieuwe zakelijkheid in de Nederlandse architectuur
8. Henriëtte van Eyck -Gabriël
9. Constant van Wessem -De fantasie-stukken van Frederik Chasalle
10. F. Chasalle/C.J. Kelk - Harlekijn
11. Hendrik de Vries -Stormfakkels
12. Ben Stroman -Wederdoopers


1933

1. Johan van der Woude -Ondergang
2. Eric van der Steen -Droesem
3/4. Taï Aagen-Moro -Spaansche dansen, dansers en danseressen
5. Marcel Matthijs -De ruitentikker
6. Han G. Hoekstra -Dubbelspoor
7. Jan Engelman -Nieuwe schilderkunst in Holland
8/9. M. van Dantzig -Droomen voor Loedo's slaap
10. Jan Greshoff -Jozef Cantré, houtsnijder
11. Simon Vestdijk -De oubliëtte
12. J. Huyts (vert.) -Sowjet-poézie


1934

1. Ben Stroman -Jomtof en Barbe Bleu
2. R.H. Dijkstra -W. Schuhmacher
3. Clara Eggink -Schaduw en water
4/5. Abel J. Herzberg -Vaderland
6. Jules de Leeuwe -Radiokunst
7. Karin Leyden -Portugeesch paradijs
8/9.Groningsche dichters
10. A.M. Meerlo -Over wortels en vertakkingen van het angstgevoel
11. Jan Engelman -Moissy Kogan
12. P. Verdoes -Luigi Pirandello


1935 - Uitgeverij Rozenbeek en Venemans, Hilversum

1. Ben Stroman -Hannibal Boontjes
2. H.W.J.M. Keuls -De dansende lamp
3. H. Eldermans -Oogst
4. J. Zwartendijk -Het zien van mensch en masker
5. J.F. Otten -Het moedercomplex van Baudelaire
6. W.A. Wagener -Voorloopige balans
7. Constant van Wessem -Twee verhalen
8. G.J. Geers - Lopa de Vega. Zijn geest en zijn werk
9. F. Bordewijk -'t Ongure Huissens
10. Simon Vestdijk -De bruine vriend
11. Maud van Loon -Een lichaam vacant
12. N.E.M. Pareau/J.C. Noordstar -Argos en Arcadia


1936

1. Albert Helman -De kostbare dood
2. Jo Otten/Maud van Loon -Het goud van de Lutine
3/4. Marijke van Tooren -Het portret van Dorian Gray
5. Max B. Teipe/Johan v.d. Woude -Dr. Menno ter Braak
6. Ed Hoornik -Het keerpunt
7. F. Bordewijk -IJzeren agaven
8. A.J.D. van Oosten -Film en gemeenschap
9. A.M. Hamacher -Jeroen Bosch
10. E. du Perron -Grafitti
11. V. Varangot -Wissels
12. A.M. Meerlo -Zelfmoord en de mensch


1937 - Uitgeverij Leopold, Den Haag

1. Hendrik de Vries -Geïmproviseerd bouquet
2. Albert van Waasdijk -Romantabletten
3. Maurice Gilliams -Twee oefeningen
4. Menno ter Braak -Douwes Dekker en Multatuli
5. Gerard den Brabander -Gebroken lier
6. José Ortega y Gasset -Het gezichtspunt in de kunsten
7. Anton van Duinkerken/Menno ter Braak -Het Christendom
8. P. Verhoog -Wolken en water
9. Jan Kempe -Een Hollandsch binnenhuisje
10. S.P. Abas -Schilders van een andere werkelijkheid
11. Ben Stroman -Het Centraalstation
12. Albert Helman (vertaling) -Mexico zingt (bloemlezing poëzie)


1938

1. Ed Hoornik -Mattheus
2. Menno ter Braak -De Augustiner monnik en zijn trouwe duivel
3. Hendrik de Vries e.a. -De Ploeg, 20 jaar
4. J. Huyts -Het geval Meyerhold
5. A. Suidgeest -De gouden stad
6. Simon Vestdijk -Rilke als barokkunstenaar
7. Eric van der Steen -Kortom
8. D.A. de Graaf -De hedendaagsche jeugd
9. J.D. Otten - Casanova breekt uit
10. Constant van Wessem -Slauerhoff herinneringen
11. Johan van der Woude -Howisonös metamorphose
12. Jeanne van Schaik-Willing -De zondaar en het meisje


1939

1. Jacques Perk/Joanna C. Blancke -Een dichter verliefd (brieven)
2. R. van Lier -Praehistorie
3. Adriaan van der Veen -Tussen kantoor en archief
4. H. Bruning -Lazarus en de rijke
5. Menno ter Braak -De nieuwe elite
6. Simon Vestdijk -De verdwenen horlogemaker
7. A. Marja -Omneveld havenlicht
8. Hans Gomperts -Dingtaal
9. W. Jos. de Gruyter -Beeldhouwkunst
10. Peter van Steen -De droom
11. Emily Dickinson -Gedichten (vertaling Simon Vestdijk)
12. Cornelis Veth -Over Líon Holman, Uriël Birnbaum, Theo Ortmann


1940 - na 6 nummers gestaakt

1. Louis Th. Lehmann -Subjectieve reportage
2. H.A. Gomperts -Catastrofe der scholastiek
3. Jac. Schreurs -Het lied van de sluier
4. E. du Perron (toelichting) -Willem van Hogendorp-Een lettre uit de 18e eeuw
5. G.H. 's-Gravesande -M.C. Escher en zijn experimenten
6. S.P. Abas -Het volk in onze hedendaagse schilderkunst


1946/1947 - Uitgeverij A.A.M. Stols, Den Haag

1. Garmt Stuiveling -Het nieuwe geuzenlied
2. N. Tergast - Hendrik Chabot
3. J.D. Brandt Corstius -Duel om het dichterschap
4. Guillaume van der Graft -Achterstand
5. Sal Tas -Leiderschap en intellect
6/7. Loden Vogel - Dagboek uit een kamp
8. M. Deak –Rederijk
9. Jean-Paul Sartre -'t Existentialisme is een humanisme
10. Max Dendermonde -Het kind en de dood
11. Rob Nieuwenhuys -Oom Tjen
12. W. Jos. de Gruyter -Lajos dö Ebneth


1948/1949 - Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam

1. L.Th. Lehmann -Gedichten
2. P.H. van Moerkerken -Adriaan Koerbach (1633-1669)
3. P.C.J. Reyne -Herman Kruyder
4. J.M.W. Scheltema -Chansons, gedichten en studentenliederen
5/6. Multatuli -Twee brieven uit Menado
7. M. van Dantzig -De lichtklinkers
8. Max Dendermonde -Eiland van Circe
9. Sal Tas -Europa, laatste phase
10. V.W.D. Schenk -Jeanne d'Arc
11. Garmt Stuiveling -Onvoltooid verslag
12. Frans Boers -Willy Boers


1949/1950

1. Albert Helman -De eeuwige koppelaarster
2. Menno ter Braak/E. du Perron -Briefwisseling
3. Gerard Kornelis van het Reve -Werther Nieland
4. Pierre Kemp -Forensen voor Cythrére
5. Hans Lodeizen -Het innerlijk behang
6. W.L. Meyer -Multatuli en Tine